“waarom…? daarom!” (2003)

 

Een terreinverkenning van het vakgebied beeldcultuur (2003)

 

Uit de inleiding:  

……In de kring van het Informeel Inhoudelijk Overleg van Eerstegraads Lerarenopleidingen Beeldend, een reguliere samenkomst van vakdidactici en studieleiders, zoemde er midden jaren negentig een gedachtewisseling rond over het ontbreken van een basisdocument waaraan de beeldende vakken hun bestaansrecht binnen het onderwijs zouden kunnen ontlenen.

Met name Nolleke de Bekker ijverde voor zo´n tekst, die, geruggensteund door deskundigen van andere disciplines, ons vak een algemeen geaccepteerde status zou moeten geven. Andere schoolvakken, met een universitaire en dus wetenschappelijke achterban, zouden op dat punt een jaloersmakende voorsprong op ons hebben.

Wat kort door de bocht: dat konden wij (beeldende vakkers) niet op ons laten zitten en een artikel van Nolleke1 is de katalysator geweest voor een dispuut in jaargang 1999 van het Maandblad dat voor het bestuur van de NVTO aanleiding werd om een bijeenkomst met vaknotabelen te organiseren. Deze vond plaats op 15 februari (Zie verslag Maandblad 2000 nr. 3, blz. 10 e.v.) Er moest ‘iets’ gedaan worden, was de algemene mening. Deze constatering kwam als agendapunt terug op de jaarvergadering in juni 2000, waarin mandaat werd gegevenvoor een opzet waarbij twee commissies aan het werk werden gezet. De ene zou een inhoudelijk document maken over de positie van de beeldende vakken in het onderwijs. De andere zou zich bezig gaan houden met de implicaties van die tekst richting politiek, overlegorganen, ondersteuningsinstituten, schoolleiders, ouders, enzovoort, maar ook intern: opleidingen, vakcollega’s.

Oorspronkelijk was de bedoeling dat de tweede club al tijdens het werk van de eerste met haar activiteiten zou beginnen. In de praktijk bleek dat minder handig te zijn.De inhoudelijke commissie, in de wandelgangen later aangeduid als didactiek commissie, startte haar werkzaamheden in oktober 2000 en legde op 23 maart 2002 de eerste versie van het document voor aan een groep vakdeskundigen.

Bij de start van de werkzaamheden luidde de opdracht aan de commissie:

“…biedt een visiestuk aan over de vormende waarde van de beeldende vakken. Het stuk geeft zicht op de specifieke eigenheden van het vakgebied in relatie tot het pedagogisch handelen: het benoemen van de kern van de specifieke (beeldende) eigenheden van ons vakgebied. Uitgangspunt dient te zijn de beeldende moederdiscipline (beeldende kunst en vormgeving), echter in het besef dat de eisen die het hedendaagse onderwijs stelt de samenhang tussen disciplines een geïntegreerd onderdeel van elk onderwijskundig handelen uitmaakt…”

…… lees verder 2003 Waarom … daarom

 

Leden van de didactiekcommissie, die in april 2003 het eindproduct aan de NVTO aanbood, waren Gerrit Dinsbach (secretaris), Folkert Haanstra, Diederik Schönau, Annelieke Stimm, Maarten Tamsma (voorzitter) en Frans Jozef Witteveen