Over de Bama-maffia en VONKC-doctrine

Bericht aan de jonge generatie

Vooraf

De term ‘BaMa-maffia’ bekt beter dan de meer adequate VBB-variant. Het gaat immers om onze wangedrochtelijke Volledig Bevoegde Bachelor. Ik werk echter al een decennium met de verwijzing naar de Bachelor-Master (‘Bama’)-problematiek en zo weten alle betrokkenen waar het over gaat.

‘Maffia’ verwijst naar een cluster van instanties die op verschillende wijzen een eerstegraads masteropleiding voor de kunstvakken hebben dwarsgezeten of tegengehouden, processen hebben gemalverseerd, het werkveld misleid.

Het was eigenlijk niet mijn bedoeling nòg een tekst toe te voegen aan dit Bama-feuilleton. Omstandigheden maakte het echter wenselijk de actualiteit van vorig jaar aan te vullen met toch weer een vrij omvangrijk tekstvolume.

Via onderstaande advertentie op het omslag van het Kunstzone september-nummer van 2020 rondde ik (dacht ik toen) samenvattend en afdoende het dossier af met een openlijke beschuldiging aan genoemde instanties. Instanties met VBB-bloed aan hun handen.

Er is nadien weer het nodige gebeurd en misgegaan.

Bijlage VD 0.1 bevat de links uit het Requiem-hoofdstuk van deze website, allen met een R-code.

Het zou onoverzichtelijk worden ze hier allemaal te herhalen. Het betreft de periode december 2015 tot juni 2018. Bijlage VD 0.2 zijn de links naar de bijlagen uit het hoofdstuk Post postscriptum met code P, de periode erna.

1. VONKC

Het fenomeen ‘VONKC-doctrine’ doemde op tussen de ledenvergaderingen van 2020 en 2021. VONKC maakte zich schuldig aan het weghouden van informatie bij de leden en het malverseren van processen. Dit alles gemarineerd in incompetente en destructieve bestuurlijke handelingen.

Vergelijkingen met de Haagse politieke gebeurtenissen in het voorjaar van 2021 (Rutte-doctrine en de Omtzigt-kwestie) boden zich verleidelijk aan in relatie tot de ontwikkelingen bij onze eerstegraads master. Helaas kregen wij nul media-aandacht. Wie maakt zich zorgen over de teloorgang van de kunstvakken?

Onze Haagse doctrinisten (VH, OCW, NVAO) en het Utrechtse LKCA verborgen jarenlang elk zicht op integere VBB-procedures. Beroepsgroep-vertegenwoordiger VONKC voegt zich nu bij dat kwartet. Het bestuur munt uit in het opzetten van ondeugdelijke en ontoegankelijke handelingen en het weghouden van relevant materiaal bij haar leden. De eigen ALV wordt gemuilkorfd en onwetend gehouden.

Dit vijftal vormt samen de hier bedoelde BaMa-Camorra-cluster.

Het is best lastig dit tekstpakket in een overzichtelijke volgorde aan te bieden.

Veel incidenten grijpen volgtijdelijk in elkaar. Niet altijd blijkt de chronologische positie van een stuk later een prioriterende plek waard.

Het voorgaande hoofdstuk Post postscriptum had geen afsluitende cliffhanger waarop ingeklikt kon worden. Hoewel, eigenlijk cliffhangers genoeg.

We starten dit overzicht met de dreigende wolken boven de ALV van 15 juni 2021. Vanaf de nepvalidering van 7 maart 2018 was er wonderlijk weinig gecommuniceerd over de resultaten van de ‘driehoeksoverleggen’ die sindsdien plaatsgevonden zouden moeten hebben.

“Niets te melden’ zei het bestuur op achtereenvolgende ledenvergaderingen op mijn vragen hoe het zat. (Zie notulen)

Toen ineens was daar een bijscholingscursus Kunstgeschiedenis. Een kolfje naar de hand van de Master-opleidingen. Ze zijn immers formeel geen echte docentenopleidingen maar ‘slechts’ bijscholingsinstituten. Er kon weer wat verdiend worden aan de door hun eigen Bacheloropleidingen te mager opleidde VBB’ers. Te mager voor lessen in het VHO. Maar dat wist iedereen al. Behalve de opleiders zelf (?)

Was er al afgelopen drie jaar eigenlijk ooit serieus over onze eerstegraads master gesproken?’ vroeg ik het bestuur. Ontwijkend antwoord.

Daarom een meer gerichte vraag: op welke vergaderingen heeft de Master ooit op de agenda gestaan? Liever nog: heeft VONKC de Master ooit op de agenda gezet en uit wie bestond onze deputatie?

Dit was tegen het zere been van het bestuur. Of eigenlijk (zoals later bleek) een dreigend pijnlijk demasqué van het feit dat onze Master nooit aan de orde was geweest, laat staan door VONKC aan de orde was gesteld. Toch echt al een decennium een primair missie-doel van onze vereniging.

Een bestuurlijke aanval werd mijn deel: Tamsma had deze vraag niet mogen stellen, schond het vertrouwen dat de leden in het bestuur hebben, moest stoppen met verwijzingen naar het verleden en niet steeds twijfelen aan de constructieve wijze waarop VONKC de dialoog met de rest van de driehoeks-participanten voert opdat er ooit, op den zeeeeer lange duur, in de heeeel verre toekomst, een eerstegraads Master zal komen. Of zoiets.

Ik startte een juridische procedure (zoals eerder met succes rond de malafide extra ledenvergadering van mei 2019) (Bijlage VD 01.1) Ik meende dat de leden recht hadden op de door mij gevraagde gegevens. Het ‘VONKC-doctrine agendapunt’ was geboren. (Bijlage VD 01.2)

Liefst 19 pagina’s leeswerk. Wie zou dat, behalve het bestuur, aandurven.

Toen waren de rapen gaar:

Het bestuur raadde dit agendapunt af (Bijlage VD 01.3) en ik schreef een weerwoord. (Bijlage VD 01.a) Vanaf dat moment gingen de poppen dansen.

Mijn weerwoord kon niet meer bij de vergaderstukken gevoegd worden. Maar er bestond nog zoiets als ‘ingekomen stukken’. Zelfs een echt agendapunt. Dus daar kon het alsnog onder de aandacht van de leden gebracht worden, samen met een paar kritische stukken die ook waren aangeleverd. Mispoes.

Bij de start van de vergadering werd duidelijk dat het bestuur die ‘ingekomen stukken’ niet wilde vrijgeven. Zo kon de ALV met onwetend en gerust gemoed, niet beïnvloed door de kritische weerwoord-geluiden, besluiten het doctrine-punt niet te behandelen. Een VONKC-doctrine bestond niet, dus ook geen reden om er vergadertijd aan vuil te maken. Probleem opgelost.

Later vroegen Arnold/Tamsma om publicatie-ruimte in een van de VONKC-media voor ons oppositioneel geluid. (Bijlage VD 01.4) Ook dat werd geweigerd. Pravda-gedrag. Orbán maakt school.

Bijlage VD 01.5 was de tekst die Arnold/Tamsma hadden willen plaatsen en de leden dus nooit onder ogen kregen. Nu hier dan wel.

Buiten deze website werden andere media gevonden. De Nieuwsbrief communities Kunstvakken VO – september 2021 toonde zich solidair en informeerde de duizenden aangesloten vakcollega’s (‘Bericht aan de jonge generatie’). (Bijlage VD 01.6)

Zo wil het VONKC-bestuur het dus graag. Buiten de hekken van het eigen domein.

Welaan, als mijn eigen VONKC die informatie over het ‘driehoeksoverleg’ niet wil geven, dan misschien de partner in het werkveldoverleg: de scholen. (zie hoofdstuk 2 ) Ik vroeg ze of een eerstegraads Master in hun bijzijn ooit op de agenda had gestaan.

Ze waren minder geheimzinnig: ‘Nee’, in hun bijzijn was de master nooit aan de orde geweest’. (e-mail van 15 april 2021). Kortom: het VONKC-bestuur was weer achterbaks weggedoken.

Vandaar hieronder het brisante pakketje ‘ingekomen stukken’ dat bij de leden werd weggehouden.

In de politiek vermoedelijk een reden voor een motie van wantrouwen, maar bij VONKC laat de applausmachine van geen-stukken-lezende en slecht geïnformeerde leden alles toe. Een Tamsma-motie ‘de maan is niet vierkant’ had het ook niet gehaald.

Het duo Bos/Lebbink kan zijn gang gaan.

Bijlage VD 01.a is mijn weerwoord op het weiger-advies van het bestuur.

Bijlage VD 01.d en Bijlage VD 01.e zijn twee kritische commentaren op teksten van Yvonne Lebbink. En Bijlage VD 01.f was een reactie van erelid Jos Hoogerhoud op de frontale aanval op mede-erelid Tamsma die naar het schavot van de royeringsguillotine gebracht moest worden. Frits Arnold, een ander erelid, gaf blijk van zijn ontstemming over het negeren van zijn correspondentie

Dit alles mochten de leden dus niet weten.

In de VONKC Nieuwsbrief van juli zette het bestuur openlijk de aanval op ons in. Tamsma c.s. diende gemuilkorfd te worden, ze zijn te lastig. Een ‘Adviescommissie’ ging in augustus aan de gang om dat varkentje te wassen. Het trio bestond uit tenminste twee notoire ‘Tamsma-haters’ (onderbouwende correspondentie beschikbaar) en Arnold/Tamsma maakten in diverse teksten duidelijk met deze commissie niet in overleg te zullen treden..

Voor wie nog eens een smaakmakende brief wil zien over de gang van zaken bij de nepvalidering van 7 maart 2018 leze de protestbrief van VONKC over deze materie (Bijlage P 10). Hoe anders legt de vereniging zich nu als een schoothondje neer bij het dictaat van de opleidingen!

Uit de kelder van mijn Bama-archief is de protestbrief van VONKC-voorzitter Wim Majoor aan de minister over de gang van zaken bij de ‘validering’ van 7 maart 2013 (o.l.v. Piet Hagenaars) toegevoegd. Misschien wel aardig nog eens onder de aandacht te brengen (Bijlage VD 01.7) Het bestuur kent zijn eigen verleden niet of verloochent dat.

Bijlage R8.1 is een overzicht van de stukken in de periode van de start van de Bama-kwestie tot juli 2018, eerder gepubliceerd in het Requiem. Ook daar te bekijken.  

2. De scholen

Lees: schoolleiders, onze partner het overleg met de opleidingen. Samen met de beroepsgroep vormen we ‘het werkveld’. Dit duo is richtinggevend voor het gewenste kwalificatie-profiel van de aanstaande docenten. De opleidingen faciliteren die wensen. Zo is het in ieder geval de bedoeling.

Maar niet bij de VH. Die stelde, zonder hiervoor ooit enige validering door datzelfde werkveld gekregen te hebben, zijn eigen spelregels voor dat overleg op en claimt de regie erover. Zolang de beroepsgroep en scholen zich als weekdieren in dat proces voegen is er weinig aan de hand, vindt de VH.

Bij de kunstvakdocentenopleidingen worden ‘de scholen’ vertegenwoordigd door de schoolleiders van de cultuurprofielscholen (CPS).

Dit is een integer instituut, maar het is volgens opgevraagde gegevens maar twee (!) keer aanwezig geweest op het ‘driehoeksoverleg’ en zich niet of nauwelijks bewust is van de sturende taak/missie die ze hebben bij onze VHO-kwalificaties. (E-mail van 15 april 2021)

Wat zouden we ervan vinden als een soortgelijk overleg bij maatschappijleer ‘de scholen’ vertegenwoordigd zouden zijn door de rectoren van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag (VCORG)?

Geen goed plan.

De VO-raad (maar die had er geen zin in ‘wegens gebrek aan deskundigheid’ (mail 2 juli 2018, zie ook correspondentie in Bijlage VD 02.1) of de Algemene Vereniging Schoolleiders (ooit gevraagd?) hadden met gezag het duoblok ‘werkveld’ met de docenten in het trojka-overleg kunnen vormgeven.

Vermoedelijk te lastig voor de VH. Dan maar de instemmende applausmachine van de blijkbaar toch wat naïeve CPS.

Zonder twijfel met de beste bedoeling participeert de CPS in het driehoeksoverleg. Ze hoort daarom niet thuis in mijn rijtje Bama-maffiosi.

De afbeelding op de laatste pagina van Bijlage R8.1 getuigt van de wijze waarop de visie van de minister verschilt van die van de VH.

3. De VH

De centrale boosdoener, misleider en malverseur in het VBB-feuilleton is de VH, baas van het KVDO en het SAC-Kuo. Dus aanspreekpunt voor klachten over het functioneren van die twee. Het is een vereniging. Klachten komen bij de ledenraad van die vereniging, de boosdoeners zelf. En dan weet je wel wat er met die klachten gedaan wordt. (Kafka)

Een externe toezichthouder is er niet, net als bij VONKC.

In maart 2013 correspondeerde ik met VH-leidinggevende Ad de Graaf, voorganger van Minnée, toen nog de hoogste ambtenaar voor deze kwestie bij OC&W. Eerder had mijn correspondentie met de VH al een link op deze website. Nu als Bijlage VD 03.0 nog een keer toegevoegd. Ruik de geur van een doctrineus rioolputje.

De VH wordt nog interessanter vanaf het moment dat genoemde ambtenaar van OCW, drs. R. Minnee (de man van de beroemde brief van 18 juli 2014) naar de VH overstapt en daar de scepter zwaait. Ineens is hij geen neutrale niet-bemoei OCW-ambtenaar meer, maar een hoogwaardige exponent van het Bama-spel. Ik heb een ‘Minnée-pakketje’ gemaakt. Uit zijn OC&W-tijd, vanaf juli 2014. (Bijlage VD 03.1) Drie jaar later kwam ik dus bij diezelfde Minnée, maar nu als VH-baas, op de kwestie terug. (Bijlage VD 03.2a en Bijlage VD 03.2b)

Zo is daar ook de protestbrief van het VONKC-bestuur over de gang van zaken op de validering van 7 maart 2018 d.d. 5 juni 2018 (Bijlage VD Aa, ook Bijlage P10)

Het wordt een verwarrend labyrint om hier alle stukken op te voeren. (Opvraagbaar)

Van concluderend belang is onderstaand bericht van het VH-bestuur van 18 december 2019:

Geachte heer Tamsma, 

Hierbij bevestig ik de ontvangst van uw berichten.

Namens het bestuur van de VH laat ik u het volgende weten:

In 2016 en 2017 is vanuit het KVDO gewerkt aan herijking van de opleidingsprofielen. Het concept advies is eind 2017 voorgelegd aan het werkveld. Naar aanleiding van deze bijeenkomst is het advies aangescherpt en vervolgens in maart 2018 gevalideerd in een interactieve bijeenkomst met zo’n 50 representanten van het werkveld. Daar zijn ook afspraken gemaakt over de thema’s die de komende jaren op de agenda staan van het overleg tussen opleidingen, schoolopleiders/werkgevers en docenten/vakverenigingen (het Driehoekoverleg). Over de uitwerking en implementatie van vraagstukken rondom gradering, specialisatie en Leven Lang Leveren vindt verder overleg plaats tussen het KVDO en het werkveld. De VH heeft dit proces bekrachtigd en de opleidingsprofielen vastgesteld. De VH is het KVDO en het werkveld zeer erkentelijk voor de energie die gestoken is in de validatie van de profielen. Uw bericht vormt voor ons geen aanleiding om daarop terug te komen. De VH heeft vertrouwen in een constructieve dialoog binnen het Driehoekoverleg. Het ligt niet op onze weg om de namen van de deelnemers aan de bijeenkomst op 7 maart jl. vrij te geven, ook vanuit privacyoverwegingen. 

Saskia van de Mortel

Senior beleidsadviseur Kunstonderwijs en Lerarenopleidingen

Mevr. van de Mortel duikt, namens het VG-bestuur weg voor alle bezwaren die tegen de gang van zaken zijn geuit. Links naar andere relevante correspondentie via Bijlage VD 03.3 en Bijlage VD 03.4

VH-doctrine dus.

4. Het ministerie

In Bijlage R8.1 een overzicht van de correspondentie met OCW.

Eigenlijk was het meeste eerder al bij Post Postscriptum aangeleverd. Bijlage P2 is de cruciale brief van drs. R. Minnée, directeur HO, d.d. 5 augustus 2014. De ultieme non-interventiemededeling: het ministerie gaat zich niet (later blijkt nooit) mengen in het valideringsproces en laat dat over aan trojka-overleg tussen scholen, beroepsgroep en opleidingen. Diezelfde Minnée wordt dus baas bij de VH (ambtenaren-carrousel?) en boegbeeld van een zeer prominente speler in het VBB-feuilleton. Helaas een die zich vanaf dat moment hult in zwijgzaamheid. Brieven aan de VH blijven onbeantwoord Zie aldaar.

Ik volsta hier met nog eens de (aangetekende) brieven aan de minister van januari en februari 2019 (Bijlage VD 04.1 en Bijlage VD 04.2)

Toen de malversaties (o.a. de sjoemelvarideringen van 2013 en later 2018) in beeld kwamen meende ik, naïef als ik ben, dat er verschuivende panelen zouden kunnen zijn in het niet-interventie standpunt van de minister.

Bijlage P1 is mijn (aangetekende) brief aan de minister d.d. 27 september 2019. Onbeantwoord.

Een aantal relevante brieven aan het ministerie werden doorgespeeld aan de Ombudsman

Ombudgsman-interventie

Een interventieverzoek aan de Ombudsman leverde minder op dan ik gehoopt had. Bijlage VD 04.3a en Bijlage VD 04.3b  geeft hiervan een gedeeltelijk overzicht. Hij vond (na een lange procedure van onbeantwoorde e-mails van de kant van het ministerie) dat het feit dat in 2014 ooit kenbaar was gemaakt dat de minister zich niet met de Bama-kwestie zou bemoeien voldoende reden voor het ministerie was om verdere correspondentie van mij te mogen negeren.

Conclusie: De VH kan zijn gang gaan. Wat ze ook uitspookt, de minister zal zich er niet mee bemoeien en hoeft dat ook niet. Ongeacht de inmiddels gewijzigde omstandigheden.

Misschien dat Minnée zijn postuur als voormalig Hoofd HO bij zijn OC&W-collega’s in stelling heeft gebracht om Tamsma stil te houden?

5. De NVAO

Een instituut met gezag, dat ook vanaf het begin van de Bama-correspondenten (toen nog door de NVTO) is bevraagd over hun rol in het accreditatieproces.

Bijlage VD 05.1 geeft daar een overzicht van, vanaf de eerste NVTO brief van 2008. (17 pagina’s!) Directeur Kroes sluit d.d. 11 mei 2021 de correspondentie af met de constatering dat reacties niet meer gegeven zullen worden. Alles, vindt hij, is al geschreven wat geschreven had moeten zijn.

Een leuk staaltje van Haagse doctrine. Het gemis aan reglementaire valideringsprocessen van de geaccrediteerde opleidingen was nooit eerder aan de orde geweest en moest dus blijkbaar weggemoffeld worden. Werd de NVAO in verlegenheid gebracht?

6. Het LKCA

De rol van het LKCA lijkt te zijn uitgespeeld. Ofschoon Lebbink de VONKC-leden meldt dat het LKCA weer gevraagd is advies uit te brengen in het interbellum na de commissie Zevenbergen. Advies over wat? Gerrits/Roorda hadden al een mooi LKCA-advies uitgebracht, dat door de opleidingen is genegeerd, weggemoffeld uit alle valideringsstukken. Misschien moeten ‘onderzoekers’ nog wat vergaderuren kunnen schrijven? Het LKCA zelf heeft het niet eens ingebracht op de validering van 7 maart 2018. De VBB-kwestie is verdwenen uit de beleidsnotities van het LKCA.

Ik verwijs naar hoofdstuk 5 van de Epiloog en een korte passage in het Post postscriptum.

Los van het ‘Advies’ dat er van LKCA-zijde dan misschien ooit uitgebracht gaat worden (en weer zal worden genegeerd door het KVDO?) heeft het VHO-segment van de kunstvakken van het LKCA weinig te verwachten.

7. Kunstzone

Kunstzone heeft een hoogwaardige informatieve rol binnen onze sector. Het blad kent echter geen ‘ingezonden stukken’ of andersoortige weerwoordplek voor reacties. De aangeboden informatie over situaties, instellingen of onderwijs komt steeds direct van de betrokkenen zelf. Discussie wordt zo uit de weg gegaan. Hoe anders was dat ‘vroeger’, met spetterende disputen tussen aanhangers van opponerende visies.

Onder regie van voormalig hoofdredactrice Saskia van der Linden bestond er een onderlinge prikkeldraadrelatie. Artikelen over de VBB-perikelen werden (al of niet gemotiveerd) uit het blad weggehouden. Blijkbaar moesten de opleidingen in bescherming genomen worden(?). Dit beleid werd door het bestuur van de Kustzone Stichting ondersteund: de redactie was autonoom en het bestuur bemoeide zich niet met de inhoud.

Resultaat: jaren achtereen werden de Kunstzonelezers niet geïnformeerd over de VBB-kwestie.

Driemaal heb ik op eigen kosten advertentieruimte ingekocht om in die informatie-omissie te voorzien (15/04 blz. 63, 16/01 blz.37 en 20/05 blz. 68).

Na de wisseling op hoofdredactioneel niveau was in ieder geval weer communicatie mogelijk, maar feitelijk bleef de informatie over de Bama-kwestie nog steeds uiterst beperkt.

Bernadet Dister schreef in het meinummer van ’20 (blz.23) een artikel met een BaMa-nestgeur: gedateerde verwijzingen naar de Verkenningscommissie (2012) en de notitie ‘Citroenen proeven’ (2013), respectievelijk acht en zeven jaar geleden. Op haar conclusies was het nodige aan te merken, maar gelukkig bevatte de ‘verder lezen’-kolom ook een verwijzing naar mijn kritiek op dit stuk. Het was een (verder integer) onderzoek dat destijds voor de KVDO-bühne door de opleidingen was aangezwengeld. Wie echt wil weten hoe de vork in de BaMa-steel zat kon dat op mijn site nazien.

Kunstzone besteedde ook enige aandacht aan vak-vernieuwingen in de bovenbouw (Hagenaars 21/02 blz. 8 e.v. en Schönau/Wensing 21/03 blz. 36 e.v.) en de gewenste inhoud en vorm van de examenprogramma’s.

Marie-Thérèse vd. Kamp doet in nr. 5 (blz. 8 e.v.) van dit jaar een behartenswaardige duit in deze zak. Suggesties voor een meer adequate didactiek voor de examenonderdelen. Maar, alweer, geen woord over de docent die opgeleid moet worden om dit alles bekwaam te kunnen onderwijzen!

Onze VBB maakt een HBO-bachelor (met havo-voortraject) in vier jaar (start?)bekwaam voor vijf beroepsprofielen, waaronder het eerstegraads VHO gebied?! Alle andere schoolvakken vereisen daar een master (met vwo-voortraject). Kunstvakken zijn blijkbaar wat makkelijker, vinden onze eigen opleidingen. Mijn eindeloze echo in dit Bama-dossier.

De consequenties van al het nieuws over onze vierjarige VBB (de ‘Bama-kwestie’) blijft in Kunstzone al vijf jaar buiten beeld. De devaluerende VBB-status wordt angstvallig (?) buiten discussie gehouden. De opleidingen ruiken de geur van geld via hun bijscholende masters kunsteducatie. Zo banaal is het. Niemand stelt dat aan de kaak, op het Amersfoorts kwintet dan na.

Buiten de verantwoordelijkheid van de redactie schreven achtereenvolgens Maria Hermanussen (sept. ‘20) en Yvonne Lebbink (mei ’21) in Lidstaat-artikelen wèl iets over de VBB, met redactionele immuniteit van de verenigingen,

Hermanussen, een novice in de materie, wilde ik niet te hard aanpakken over de slordigheden in haar stuk. Iemand die pas een paar jaar pianoles heeft gehad moet je echter geen Rachmaninov 3 laten spelen. Maar het VONKC-bestuur had als beter moeten wetende verantwoordelijke eindredactie moeten ingrijpen.

Voor de ergerniswekkende lezersmisleiding in het artikel van Lebbink zijn geen verontschuldigingen aan te dragen. Maar ja, helaas is er geen kolom voor ingezonden stukken waar men zijn weerwoord kwijt kan. Lezende collega’s zijn zo onbeschermd overgeleverd aan disinformatie.

Mijn kritische opmerkingen kwamen niet verder dan de (niet verspreide) ingezonden stukken voor de juni-ALV. Zo houd je bestuurlijke malversaties buiten het zicht van de eigen leden.

Deze website en andere externe media moeten dat dan maar overnemen.

Genoeg zo

De rol van de andere beroepsverenigingen laat ik buiten beschouwing. Dans en drama opereren samen met beeldend in de VONKC-cohort. De VLS is een apart verhaal met een geheel eigen traditie in het Bama-fenomeen. Zie o.a. Bijlage VD 01.e

Genoeg zo.

Maarten Tamsma

Aerdenhout, 1 november 2021

Een gedachte over “Over de Bama-maffia en VONKC-doctrine

  1. Pingback: Adieu VONKC | maartentamsma.nl

Reacties zijn gesloten.