Requiem voor een Master

Een dossier van de gang van zaken rond de laatste stuiptrekkingen van de kansen op een eerstegraads Master voor de kunstvakdocentenopleidingen. (januari 2015 – september 2018)

Ouverture

De tijd dat archiefstukken op boekenkastplanken traceerbaar waren hebben we achter ons gelaten. Als bovendien de media binnen ons vakgebied onwelgevallige teksten weren en betrokken beroepsgenoten weinig genegen zijn saaie procedureverhandelingen te lezen (laat staan te volgen) kan alleen een digitaal archief nog het karakter van een historische consultatieplek krijgen. Omdat VONKC halsstarrig weigert het eigen verenigingsarchief toegankelijk te maken moet op deze wijze de geschiedenis maar gevrijwaard blijven van vergetelheid. Een nieuwsgierige onderzoeker kan dan ooit nog eens uitzoeken hoe het allemaal zo gekomen is.

Geen sappige lectuur.
Eigenlijk is dit weinig anders dan een selectie uit zes ordners met tien jaar weerbarstigheden, een kralenketting van stukken, brieven en e-mails. Samen tonen ze onomstotelijk aan hoezeer de opleidingen de marges van fatsoenlijke procedures hebben verkend en regelmatig overschreden. Het werkveld werd misleid, manipulaties waren aan de orde. De ‘Volledig Bevoegde Bachelor’ (VBB) moest tot elke prijs gevalideerd worden. Daarnaast heeft de beroepsgroep nagelaten dit proces te blokkeren en schaadde daarmee het belang van status en kwaliteit van de kunstvakken in het VHO. Boude kwalificaties die ik alle onweerlegbaar kan waar kan maken.

Na de opzet van onze eindexamens (1978), de start van een emancipatieproces waar de kunstvakken ‘vanachter de streep’ werden gehaald en ze een volwaardige eerstegraads status verwierven, gaf het laatste decennium een kentering te zien. Niet het ministerie of de politiek, zoals in de startfase van de eindexamenexperimenten, maar de eigen opleidingen koesterden een financieel profijtelijk verdienmodel van de eigen Masteropleidingen boven een generieke master, zoals ooit bedoeld was geweest. Ze negeerden de discussie met het werkveld over de wenselijkheid van het beëindigen van de devaluerende status van onze (ook) eerstegraads bekwame Bachelor.

Wie zich wil verdiepen in de gang van zaken vóór 2015 verwijs ik naar het Bama-dossier, elders op deze website.

De actualisering van dat dossier is expres niet eerder ingezet. De kwetsbare sfeer rond de BaMa-discussie met VONKC en de opleidingen noopte tot vertragende bedachtzaamheid. Modererende bondgenoten in mijn omgeving beteugelden mijn neiging tot confrontatie en gaven de voorkeur aan pogingen het discours met de opponenten gaande te houden. Tot de ALV van 20 juni 2018. Toen bleek dat VONKC op 7 maart akkoord was gegaan met de validering en was er geen reden meer om openheid van zaken verder te vertragen.
De beroepsgroep heeft recht op de waarheid rond deze majeure historische vergissing. Die was ze tot op dat moment, ook door de eigen vakvereniging, onthouden.

Ik ben mij ervan bewust dat veel hier gepubliceerde stukken betrokkenen onaangenaam kunnen treffen of in verlegenheid brengen. Dat is ook de bedoeling. Het werkveld mag weten welke dubieuze processen hebben plaatsgevonden en wie daar verantwoordelijk voor zijn. Steeds heb ik mijn opponenten gelegenheid gegeven commentaar te leveren. Zelden is dat gegeven. Daar waar dat wèl kwam is dat vermeld.

Nog vier opmerkingen:

  1. De aangeboden teksten zijn slechts een klein deel van de beschikbare documenten. Bijna duizend e-mails en andere stukken staan ter beschikking van lezers met aanvullende vragen. Men kan zich daarvoor bij mij melden: m.e.tamsma@planet.nl
  1. In de grote lijnen van het beschreven traject is sprake van acties van ‘het Kwintet van Amersfoort’, een groep die vanaf mei 2016 in het conflict met het VONKC-bestuur gezamenlijk optrad. Los van hen heb ik ook op persoonlijke titel acties gepleegd. Ik meen die stukken als zodanig duidelijk gemarkeerd te hebben.
  1. De loop van het BaMa-conflict kwamen ook allerlei bestuurlijke omissies in beeld die inhoudelijk weinig met de materie te maken hadden. Een deel van de teksten belichten daarom ook kritiek op bestuurlijke onachtzaamheden. Die tekstgedeelten waren moeilijk los te weken van de Masterkwestie. De lezer zal ze soms voor lief moeten nemen.
  1. Kwantitatief speelt VONKC een hoofdrol in deze teksten. Dat komt mede omdat de beslotenheid van het betreffende tijdsbestel (2016 – 2018) daartoe aanleiding geeft. De basis van de Bama-problematiek ligt echter bij de houding van de opleidingen sedert 2004 (KVDO, SAC-Kuo, VH). De beschuldigende vinger voor malafide constructies dient naar hun te wijzen. De beroepsgroep kan verweten worden deze uiteindelijk te hebben gedoogd. De schoolleiders dat ze zich van de kwestie hebben gedistantieerd.

 

De kunstdocent-bachelor is een spookrijder op het Nederlandse eerstegraads wegennet en moet daar zo snel mogelijk van afgehaald worden” (Tamsma, 2017)

Links naar stukken zijn voorzien van een R(Requiem)-code.

1. Start (december 2015 tot 9 mei 2016)

Historisch laat ik dit requiem op 14 december 2015 beginnen, de ledenvergadering van VONKC waar de voorzitter Ruud van der Meer de bijeenkomst afsloot met een ferm credo “de Master gaat er komen”. Een uitspraak die voor mij aanleiding was voor een brief aan het VONKC-bestuur (Bijlage R1.1). Er kwam een kort antwoord van de voorzitter (Bijlage R1.2) en mijn respons was een vergaderstuk voor de ALV van 9 mei (Bijlage R1.3)

2. Juridische schermutselingen: van ALV van 9 mei tot 8 september 2016

Dit vergaderstuk was de opmaat naar de tien minuten spreektijd die ik had gevraagd rond het door mij (!) ingediende agendapunt over de masterkwestie. Het bestuur zelf had die kwestie afgedaan met een korte passage in het jaarverslag over 2015.

De tekst van die 10 minuten (Bijlage R2.1) was een opmaat naar een motie van afkeuring, die ik met steun van zes andere leden (en twee adhesiebetuigingen van notoire vakgenoten, niet-leden) indiende (Bijlage R2.2)

Hoewel ik een ledenraadpleging had aangekondigd was het bestuur toch (onaangenaam) verrast. De vijf aanwezige ‘gewone leden’ werden na het indienen van de motie naar buiten gestuurd, opdat het bestuur zich intern kon beraden. Na hervatting van de vergadering verdedigde voorzitter Ruud van der Meer het bestuursstandpunt rond de BaMa-kwestie en gaf kort gelegenheid te reageren. Daarna werd er over de motie gestemd.

De voorzitter constateerde dat de tien stemmen van achter de bestuurstafel die van de andere (‘gewone leden’) overstemde en de ingebrachte schriftelijke stemmen statutair, op één na, niet hoefden te worden meegeteld. Een meerderheid (alleen dus vanachter de bestuurstafel!!) was tegen en dus was de motie afgewezen.

Dit werd de start van een langdurig prikkeldraadproces dat de volgende twee VONKC-jaren ernstig zou inkleuren en veel negatieve energie activeerde.

Een eerste reactie van het Kwintet kwam op 12 mei (Bijlage R2.3)

Het bestuur kwam vervolgens met een visie op het gebeuren. Eerst in de vorm van een concept verslag van dit agendapunt (Bijlage R2.4). Toen een Kwintet-commentaar (Bijlage R2.4b) en een bestuurlijke reactie op de motie van afkeuring (Bijlage R2.5), een stuk ‘wat wil VONKC’ (Bijlage R2.6) op de website en het commentaar op die notitie (Bijlage R2.7). Leden kregen dat niet te zien.

De ‘acht van Amersfoort’ transformeerde in een kwintet omdat drie motie-indieners (oud-NVTO-voorzitster Leontine Broekhuizen en de beide oud-CITO medewerksters Marjanne Knüppe-Hüske en Marieke Wensing) conflictueuze confrontatie wilde vermeiden.

Belangrijk punt was dat het VONKC-bestuur (nog) geen zicht had op de visie van de opleidingen op het BaMa-traject. Een toegezegd beleidsstuk was nog niet binnen. (Dit Schakeldocument werd pas in de zomer aangeleverd.)

De kwestie bracht de contouren van een extra ledenvergadering op 8 september in beeld en het Kwintet sommeerde het bestuur de leden beter (objectiever) te informeren dan de eigen berichtgeving dat deed. Als vertegenwoordiger van de (duizend) afwezige leden op 9 mei wilde het Kwintet een open brief (met zes bijlagen) aan alle leden over de gang van zaken sturen. (Bijlage R2.8)
Het bestuur schroeide alle communicatielijnen dicht, reageerde niet op Kwintet-verzoeken.
Het Kwintet zocht daarom zijn heil bij Digischool, een podium dat door 6000 collega’s wordt gebruikt. De vuile VONKC-was werd daarmee buiten gehangen, maar dat was het gevolg van het bestuursbesluit om de interne communicatiemiddelen (website en/of Nieuwsbrief) niet te mogen inzetten voor oppositionele geluiden. Het Kwintet dreigde vervolgens met een kort geding om ingediende agendapunten voor 8 september af te dwingen.

Het bestuur schakelde daarop een jurist in en de messen werden geslepen. Juridisch gelijk halen is één ding, omgaan met de empathie van een Algemene Ledenvergadering volgens de bedoelingen van het verenigingsrecht een ander. De keuze van het bestuur om de ledenvergadering af te gelasten en zo van de ingediende agendapunten af te zijn bracht het conflict van de drup in de regen. (Bijlage R2.9)
Doordat de ledenvergadering van 8 september niet gebruikt kon worden om de commoties te temperen en zaken uit te spreken, ontstond een woekerend gezwel dat daarna nog anderhalf jaar zijn destructieve sporen zou nalaten.

Zelfs het ingediende conceptverslag van het BaMa-agendapunt van 9 mei werd, ondanks drie verzoeken van het Kwintet, pas twee jaar later ‘vastgesteld’ in een chaotische non-procedure, waarbij de visie van het Kwintet zoveel mogelijk buiten de vergaderstukken werd gehouden (Bijlage R2.10).

3. De informatieavond van 8 september 2016

De bijeenkomst van 8 september werd dus ontdaan van zijn vergader-status en alleen ingezet als informatieavond van het KVDO over het eigen Schakeldocument.
Leo Zomerdijk, voorzitter van het KVDO (en in een dubbelfunctie SAC-lid, dus eigen-vlees keurende slager!!) kreeg anderhalf uur spreektijd. Piet Hagenaars was als technisch voorzitter door het bestuur aangezocht. En merkwaardige keuze. Hagenaars was een verklaard tegenstander van de master (Kunstzone maart 2016) en had als LKCA-directeur een dubieuze validering afgegeven naar aanleiding van een sessie op 7 maart 2013. Zelfs aanleiding voor het VONKC-bestuur om er twee weken later in een brief aan de minister (26 maart) tegen te protesteren (Bijlage R3.1).
Wie meer van het voortraject naar die 7 maart-bijeenkomst wil weten verwijs ik naar bijlage 15 in het Bama-dossier, elders op deze website.
De reactie van de HBO-raad en mijn reactie daarop staan in bijlage 3 in dat dossier.

Een soortgelijk daadkrachtige reactie tegen quasi valideringsprocedures had VONKC 18 november geschreven aan de LKCA-organisatie van een ‘deskundigen bijeenkomst’ op 20 juni 2014 (Bijlage R3.2)

Ruim voor de vergadering had het Kwintet een kritiek op het Schakeldocument aangeleverd. (Bijlage R3.3) Het bestuur had die niet verspreid. Aanwezigen op de ‘informatieavond’ moesten het dus doen zonder tegengeluiden.
Ondanks herhaalde verzoeken van het Kwintet om tevoren een bestuursvisie op dit document kenbaar te maken kwam die niet. Zo ontstond de indruk dat VONKC de KVDO-tekst omarmde en (gemotiveerde) tegengeluiden expres wegmoffelde opdat de ‘discussie’ rimpelloos zou verlopen. Het overgrote deel van de aanwezigen kende de materie niet of nauwelijks en was onbevangen ontvankelijk voor de zeer basale en eenzijdige KVDO-presentatie. Hagenaars verwees de indieners van de kritiektekst naar het einde van de vergadering. Toen het eenmaal zover was moesten we het vooral ‘kort houden’. Van een discussie was geen sprake.
Yvonne Leenen deelde namens het kwintet nog een tekst ‘kritische voetnoten …’ over de gang van zaken uit. (Bijlage R3.4)

Bij de aanvang van de vergadering had ere-lid en Kwintetter Frits Arnold gevraagd het verslag van de bijeenkomst pas publiek te maken na een conceptronde langs de aanwezigen. Voorzitter Hagenaars zegde dat toe.
Helaas trok het bestuur zich daar niets van aan. Het publiceerde op de website een eigen visie op het gebeuren. Na herhaaldelijke bevraging van deze belofte-breuk bleek een jaar later dat we die tekst niet moesten zien als een verslag, maar een ‘visie van het bestuur’. Hoe bedenk je het. Een non-verslag dus. Bestuurlijke integriteit is hier in het geding. Ik reageerde via de Vakcommunity van Digischool met een eigen verslag (Bijlage R3.5). , want de VONKC-media bleven gesloten voor onwelgevallige geluiden. 6000 collega’s konden zo de vuile was van VONKC zien hangen. Een treurige consequentie van het bestuursbeleid.

4. Vanaf 8 september tot de ALV van 28 november 2016

Gematigde krachten binnen het Kwintet meenden dat een gesprek met het bestuur de kansen op een Master eerder zouden vergroten, dan een verdere juridische schermutseling.
Het zou dan op een bodemprocedure kunnen uitlopen met alle vertragende en financiële consequenties van dien. Een loopgravenoorlog die de master-zaak niet zou dienen.
3 november was er een (vrij onaangenaam) gesprek tussen deputaties van Kwintet en bestuur, beide voorzien van een jurist.
De VONKC-jurist zetten het Kwintet weg als een willekeurig vijftal leden dat zich niet moest inbeelden invloed uit te kunnen oefenen op valide bestuurshandelen. Dat het Kwintet 9 mei de wettelijke vertegenwoordiger was van 1000 afwezige leden ontging hem blijkbaar. De toezichthoudende functie van een ALV ook.
De agenda voor de herfstvergadering (28 november) werd opgesteld en toen deed zich een nieuwe fenomeen voor: het bestuur besloot een deel van die punten niet te behandelen (‘wordt aangehouden’) Daarmee werd het stuwmeer van niet behandelde agendapunten steeds voller. Het is een gotspe dat het bestuur zich later (januari en juni 2018) ‘gegijzeld’ voelde door het grote aantal overstaande ooit ingediende en nooit afgehandelde agendapunten dat ze zelf veroorzaakt had.

Tamsma werd aan het eind van de vergadering weggezet als ‘sfeerverzieker’
Ik reageerde daarop met een notitie ‘Memorandum van een sfeerverzieker’ (Bijlage R4.1) die inging op het arsenaal van bestuurlijke conflicten over uiteenlopende zaken met Kwintet en mijzelf in de voorliggende periode. Deze bijlage heeft meer het karakter van een weerwoord van een getergd persoon die meent steeds integer gehandeld te hebben tegen impulsief en in een emo-modus reagerende bestuurders, dan een exponent van een inhoudelijk debat.

5. Naar de ALV van 19 juni 2017

Niettemin werd er op initiatief van het Kwintet een Advies-commissie ingesteld die de ALV van juni 2017 over het Mastertraject zou adviseren. De weerbarstige formatie ervan zal ik mijn lezers besparen. De commissie kwam er en leverde tijdig een doorwrocht stuk.
Speciale vermelding verdient het redactionele werk van ‘buitenstaander’ Diederik Schönau

Het advies van de commissie was een onverbloemd en gemotiveerd ‘ja’ voor de eerstegraads Master (Bijlage R5.1)
Het advies werd met overweldigende meerderheid aangenomen en zou dus leidraad worden voor aanstaand bestuurlijk handelen. De tekst mocht de 1000 andere leden blijkbaar niet onder ogen komen. Het duurde tot maart 2018 voordat die op de website kwam, weggestopt in een digitaal hoekje.

Om de verziekte sfeer binnen de vereniging tussen bestuur en Kwintet te klaren las waarnemend voorzitter Anne Bos een verklaring voor waarin de gang van zaken in het afgelopen jaar werd betreurd en voornemens werden geuit om op constructieve wijze het komende verenigingsjaar met elkaar in te gaan. Een verbale vredespijp werd gerookt
Zijn verhaal heb ik later ‘de pacificatie van Amersfoort’ genoemd en leek een goede start voor genormaliseerde verhoudingen R5.2 ‘Pacificatie van Amersfoort’

Helaas is die tekst later nooit bij het vergaderverslag gevoegd, noch op de website gepubliceerd en leidt dus onterecht een obscuur bestaan in de verenigingsgeschiedenis. Vermoedelijk hebben alleen de negen (!) aanwezigen de tekst in hun bezit. De 1000 andere leden weten nog van niks.
Ook herhaald aandringen leverde geen openbaarmaking op.
Omdat het bestuur wel Kwintet-kwetsende teksten op de website publiceerde (Bijlage R5.3) en (na herhaald verzoek) niet wilde verwijderen staken de grimmigheden weer de kop op. Een louter eenzijdig vredesverdrag vond het Kwintet wat te veel van het goede. (De pacificatie-voornemens werden op de AVL van 20 juni 2018 door het bestuur openlijk het crematorium ingedragen.)

6. Van 19 juni 2017 naar de ‘herfst ALV’ van 11 december, wegens barre weersomstandigheden verplaatst naar 10 januari 2018
Er was een voor-validering op komst. 23 november organiseerde het KVDO met het LKCA een bijeenkomst met ‘het werkveld’ en leverde o.a. twee stukken die mij de wenkbrauwen deden fronsen.
Het ene bevatte onjuistheden. Het stuk was vermoedelijk door het KVDO ingebracht om de procedure-tijgers op VH-bestuursniveau het idee te geven dat het voortraject netjes was doorlopen. Onwelgevallige omissies waren weggemoffeld, dubieuze valideringen opgevoerd.

Het ander was het Schakeldocument in ongewijzigde vorm. Kras, want er was toch echt 8 september 2016 pittige kritiek opgeleverd. Voor het KVDO geen reden om 14 maanden later het stuk ongewijzigd het werkveld in te sturen als conferentie-stuk. Het SAC, zich beroepend op zijn controlerende functie (mail 6 maart 2015) (Bijlage R9.1) had dit ook laten gebeuren en werd dus mede verantwoordelijk voor de misleidende voorlichting an de congresgangers.

Bovendien: waar ‘het werkveld’ volgens minister Bussemaker zou moeten bestaan uit deputaties van scholen (schoolleiders) en beroepsgroep (o.a. VONKC als veruit grootste belangenvereniging van docenten) bleek een breed palet ‘insiders’ uit het faciliterende circuit aanwezig. Zo kon het begrip ‘werkveld’ worden gekneed naar het gewenste model en een ‘werkveld’-validering van de volledig bevoegde bachelor.
Ik deed ten behoeve van de vergadering een onderzoek naar de valideringsprocedures om VONKC op de hoogte te brengen van de manipulaties die te verwachten waren. (Bijlage R6.1) Dat werd maar matig op- prijs gesteld.

De ALV van 10 januari leverde weer fricties op. Het was de laatste kans voor de aanstaande èchte validering van 7 maart om discussie te voeren over het VONKC-beleid in deze.
Ik zond daarom een aantal vergaderbijlagen in.
Het VONKC-bestuur was ‘not amused

Ik constateerde dat het glasheldere advies van de Adviescommissie, 19 juni door de ALV aangenomen, 23 november niet door VONK bij de pre-validering was ingebracht en het stuk nergens op de website was terug te vinden. De 1000 leden waren dus onwetend gehouden van de master-ontwikkelingen. Ik bracht drie moties in om de te verwachten manipulaties van het KVDO voor te zijn (Bijlage R6.2) Echter: het bestuur bleek tevoren besloten te hebben dat mijn moties niet in stemming gebracht zouden worden. Ze zouden de onderhandelingspositie van de VONKC-delegatie te zeer ondermijnen. Een novum in het verenigingsrecht: moties van leden mogen niet in stemming worden gebracht. Hier zakt de broek van af. Waarvoor houden we nog ledenvergaderingen? Het bestuur had bij haar chronische boventalligheid de democratische bedoelingen van een ledenvergadering gewoon kunnen uitrollen en met 10 (bestuurs-)stemmen tegen elke motie om zeep kunnen helpen, zoals bij VONKC toch al gewoonte is geworden.
Niet dus
Met enig leedvermaak heb ik later kunnen vaststellen dat juist op mijn drie motie-punten de VONKC-delegatie 7 maart nat is gegaan.

7. Van 10 januari naar de ALV van 20 juni 2018

10 januari was beloofd dat het bestuur op de juni-vergadering verantwoording zou afleggen van haar BaMa-acties, meer specifiek de eisen die namens de beroepsgroep beeldend op de valideringconferentie waren neergelegd om een eerstegraads Master te concretiseren.

Het door de ALV van 19 juni 2017 aangenomen advies had het bestuur niet (tijdig) naar de valideringsorganisatie doorgespeeld, de moties van Tamsma (met achteraf een hoge voorspellende waarde) waren al eerder in de prullenbak verdwenen. Zie hierboven.

De opleidingen kregen ‘groen licht” (van wie?? Het verslag toont geen deelnemerslijst, een oude KVDO-truc om de samenstelling van het valideringspanel buiten kritische ogen te houden) en zijn van een hoofdpijndossier af.

Het bestuur leverde een notitie ‘BaMa-commissie schooljaar 2017-2018’ (Bijlage R7.1) waarin het eerder geuite akkoord met de procedures op de website drastisch werd herroepen.

Ik voorzag de vergaderstukken van de ALV van diverse bijlagen en concludeerde dat VONKC de masterkansen had verkwanseld. (Bijlage R7.2) Sterker nog, in genoemd websitebericht van 28 maart (Bijlage R7.3), twee weken na de valideringsconferentie, had het VONKC-bestuur openlijk kenbaar gemaakt akkoord te zijn gegaan met de VBB-validering. De enige concessie van het KVDO was het voornemen om de Masterkwestie ‘op de agenda te zetten’. Een bevestiging van mijn jarenlang herhaald verwijt: ze hadden de kwestie nooit eerder op de agenda gehad!!

De leden zouden op de hoogte gehouden worden (??). In de tijd tussen toen en 20 juni was daar blijkbaar nog geen reden toe.

Als verbale cartoon maakte ik in april een persbericht van minister Hennis over voornemens om de officiersopleiding van de KMA onder te brengen bij de onderofficiersopleiding. (Bijlage R7.4) De vergelijking met onze VBB en de gangbare eerstegraads master bij andere vakken ontging de meeste ontvangers niet. Opleiders bleken ‘not amused’. Dat was te verwachten en ook de bedoeling.

20 juni meldde het bestuur dat het onaangenaam getroffen was door het KVDO-verslag van 7 maart en alsnog bezwaar gemaakt had tegen de conclusies. Die brief aan het KVDO mochten we niet zien. Na de websitetekst van 28 maart maakt het VONKC-bestuur zich natuurlijk bij de VH-Bobo’s belachelijk.

Met een requiemtekst (Bijlage R7.5) sloot ik mijn tien jaar betrokkenheid en adviserende relatie met de beroepsgroep af. Mijn acties had de VONKC-deputatie tot het voorportaal van de validerings-arena gebracht. Daarbinnen waren ze aan eigen initiatief en handelen overgeleverd.
Ik ben in mijn eentje niet de beroepsgroep. ‘Zoek het verder zelf maar uit’ was de concluderende teneur van mijn verhaal.

Omdat beelden in onze sector beter scoren dan teksten tekende ik een overzicht van de valderingsprocedure zoals de minister ons in maart 2015 voorschotelde en de patriarchale variant die de opleidingen zelf voor ogen hadden (en uitvoerden) (Bijlage R7.6)

Als verbale cartoon, en ingegeven door de WK voetbal die in die tijd werd afgewikkeld, bracht ik Bulgarije-kenner Lamsma ten tonele, die de achtereenvolgende coaches van het Nederlands elftal uitvoerig had geadviseerd over de Bulgaarse speelwijze. Vergeefs, zoals nu bleek: Nederland werd in de beslissende wedstrijd weggespeeld. (Bijlage R7.7) Zo verloor VONKC van de opleidingen. Voorzitter Bos hield de ALV nog voor dat er ‘geen andere keus’ was geweest. Ik ben zeer benieuwd wie de bron van die onzin was. Vermoedelijk een KVDO- of SAC-functionaris.

8. Na 20 juni 2018: epiloog

Met open ogen en meer dan afdoende gewaarschuwd heeft de VONKC-deputatie zich op 7 maart laten inpakken door het KVDO.
Het is opmerkelijk dat de protestbrief zelf in bestuursbijlage bij de vergaderstukken van 20 juni (Bijlage R7.1) niet is terug te vinden. De brief zou verzonden zijn. Procedureel is het gewoon over en uit. De opleidingen kunnen na het websitebericht van 28 maart (Bijlage R7.3) de profielen door VONKC gevalideerd achten. Aandoenlijk bestuurlijk geklungel.

Als kennishebbende belastingbetaler wil ik buiten VONKC om nog best mijn geluid laten horen als andere participanten in het Master-proces geïnformeerd moeten worden over de manipulatieve acties van de opleidingen.

Ik schreef een tiental instituten aan die in de coulissen van het Master-toneel een rol spelen.
Ik meldde ze dat ik hun visie op de Volledig Bevoegde Bachelor en het ontbreken van een eerstegraads Master voor de kunstvakken zou bundelen en 20 juni aan de ALV van VONK zou aanbieden.
Een deel van de aangeschrevenen hadden hiervoor meer tijd nodig dan de twee maanden die ze van mij kregen. Mijn overzicht heb ik daardoor alleen in conceptvorm op 20 juni aan het bestuur aangeboden en later gecompleteerd.
Ik heb het alle betrokken instituten toegezonden, evenals een kleine zeventig vakgebied-betrokkenen. (Bijlage R8.1)

Een plezierig gevoel dat ‘niemand’ zich nu meer onwetend kan houden. Met de publicatie op mijn website is het ook toegankelijk voor anderen.

Calamiteiten daargelaten lijkt nu alles geschreven en gezegd wat er over de BaMa- materie te melden valt. De kunstvakken zijn hun eerstegraads status kwijt. Het laat zich niet aanzien dat dit de komende generatie nog hersteld gaat worden.
Docenten mogen weten dat de opleidingen dat veroorzaakt hebben en de eigen beroepsgroep daar het groene licht voor gaf.

Een treurige conclusie, maar, collega’s, jullie hebben dit zelf laten gebeuren.
Minder dan een handvol leden op de ledenvergaderingen van VONKC, chronisch overstemd door een tiental bestuurders, tekenen jullie desinteresse,
De generatie die in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw de eerstegraads positie van de kunstvakken heeft bewerkstelligd vindt dat best treurig.

Het zij zo.

Ik ben via m.e.tamsma@planet.nl benaderbaar voor vragen, commentaar, discussie of aanvullende gegevens.

Maarten Tamsma

 september 2018

 

9.   Correspondentie met SAC-voorzitter Thera Jonker

SAC voorzitster Thera Jonker nam een paar keer de moeite mij te informeren over het valideringsproces. Onze correspondentie valt buiten het tijdschema dat is gehanteerd. Ik heb die daarom een aparte plek gegeven.
Haar geste om mij te informeren is op prijs gesteld. Het negeren van mijn aanvullende vragen minder. Maar dit paste binnen de kaders van de wijze waarop opleiders met Tamsma als Persona Non Grata omgingen. Het is ook lastig een discours te starten met argumenten die je niet hebt. (Bijlage R9.1) (Bijlage R9.2)

10. NVAO

De NVAO speelt in dit alles een speciale rol. Ik heb de oude NVTO-koeien van 2008 en 2009 uit de sloot gehaald om nog eens de positie van de accreditatie van onze Bachelor te verduidelijken.
De opleidingen beweren dat hun eerstegraads-bekwaamheden door de NVAO zijn geaccrediteerd. Dat is dus niet zo. (Bijlage R10.1)

 

2 gedachtes over “Requiem voor een Master

  1. Pingback: Overzicht bijlagen bij Requiem | maartentamsma.nl

  2. Pingback: Post postscriptum: sjoemelvalidering 2 | maartentamsma.nl

Reacties zijn gesloten.