Leerplan voor onderwijs in beeldende kunst en vormgeving (2012)

LeerplanEen vakvereniging voor Onderwijs in Kunst en Cultuurvakken kan niet zonder een taakstellend leerplan voor die vakken. Een denktank van deskundigen heeft een paar jaar geleden de opdracht gekregen om hun inzichten met elkaar te delen en een leerplan te formuleren voor 4 tot 14-jarigen. Het is niet zomaar een opsomming van leerdoelen geworden. Je vindt er achtergronden en visies in die de samenstellers hebben gebruikt bij hun werk.

Link naar het volledige Leerplan: VONKC leerplan beeldende kunst en vormgeving (2013)

Zie ook de website van VONCK.

die 70% ….. presentatie tijdens het symposium ‘bericht aan een nieuwe generatie’ (2007)

Bij mijn afscheid als studieleider van de ArtEZ docentenopleidingen BK&V werd op 30 juni 2007 een symposium georganiseerd onder de titel ‘bericht aan een nieuwe generatie’.

Na mijn inleiding kwamen achtereenvolgens Folkert Haanstra, Leontine Broekhuizen en Janeke Wienk, Frits Wielders en Sjoerd Schwibettus aan het woord, elk met een eigen visie op de toekomst van ons vakgebied. Ik sloot af met een eigen credo dat een carrière lang mijn handelen had bepaald. Wegens tijdgebrek werd die laatste presentatie ernstig ingekort, maar later in Kunstzone gepubliceerd.

Lees verder: die 70% – Bericht aan een nieuwe generatie (2007)

Spiegel, spiegel aan de wand (2011) (Cultuur in de spiegel – 1)

IMGP2510

 

Een eerste beschouwing over het project Cultuur in de spiegel (CiS) (Kunstzone september 2011) en de sluipende gevaren voor de kunsteducatieve sector bij verkeerd gebruik van de uitkomsten.

Spiegel, spiegel aan de wand (2011)

 

Een vervolg werd onder de titel ‘Met ingehouden adem’ in 2013 gepubliceerd ( Met ingehouden adem (2013) ) Mijn ongerustheid was niet afgenomen.

 

Met ingehouden adem (2013) (Cultuur in de spiegel – 2 )

 

Met ingehouden adem.

In afwachting van de resultaten van ‘Cultuur in de Spiegel’

 

(Kunstzone mei 2013)

“…..Wij, kunst/cultuur-docenten, zijn in gespannen afwachting van het eindproduct van Cultuur in de Spiegel. Kosten noch moeite zijn gespaard om een vervolg te geven aan Ann Bamfords conclusies over de Nederlandse kunsteducatie. Ingebed in een cognitief theoretisch kader van Barend van Heusden, voor de praktijk ingekleurd door de SLO en een keur van scholen, gevoed en geobserveerd door universitaire onderzoekers, voorzien van een ruime subsidie om dit alles mogelijk te maken.

Hoe veelbelovender kan iets zijn?

Toch…
Het project is niet scheutig geweest met initiatieven om critici de kans te geven een inhoudelijk debat aan te gaan. Potentieel commentaar verzandde in incidentele ‘vragen aan de spreker’ op massale informatiesessies of opmerkingen die in de FAQ werden gepareerd. Voordat de eindredactie zijn werk voltooit is een kritisch signaal misschien nog nuttig. Na de afsluitende publicatie van het project is het vermoedelijk te laat.

Ik ben een bezorgde toeschouwer van het project en wil de lezers van Kunstzone deelgenoot maken van mijn terughoudendheid.
Deze spitst zich toe op twee aspecten……”

Lees hier het volledige artikel: Met ingehouden adem (2013)

 

“waarom…? daarom!” (2003)

 

Een terreinverkenning van het vakgebied beeldcultuur (2003)

 

Uit de inleiding:  

……In de kring van het Informeel Inhoudelijk Overleg van Eerstegraads Lerarenopleidingen Beeldend, een reguliere samenkomst van vakdidactici en studieleiders, zoemde er midden jaren negentig een gedachtewisseling rond over het ontbreken van een basisdocument waaraan de beeldende vakken hun bestaansrecht binnen het onderwijs zouden kunnen ontlenen.

Met name Nolleke de Bekker ijverde voor zo´n tekst, die, geruggensteund door deskundigen van andere disciplines, ons vak een algemeen geaccepteerde status zou moeten geven. Andere schoolvakken, met een universitaire en dus wetenschappelijke achterban, zouden op dat punt een jaloersmakende voorsprong op ons hebben.

Wat kort door de bocht: dat konden wij (beeldende vakkers) niet op ons laten zitten en een artikel van Nolleke1 is de katalysator geweest voor een dispuut in jaargang 1999 van het Maandblad dat voor het bestuur van de NVTO aanleiding werd om een bijeenkomst met vaknotabelen te organiseren. Deze vond plaats op 15 februari (Zie verslag Maandblad 2000 nr. 3, blz. 10 e.v.) Er moest ‘iets’ gedaan worden, was de algemene mening. Deze constatering kwam als agendapunt terug op de jaarvergadering in juni 2000, waarin mandaat werd gegevenvoor een opzet waarbij twee commissies aan het werk werden gezet. De ene zou een inhoudelijk document maken over de positie van de beeldende vakken in het onderwijs. De andere zou zich bezig gaan houden met de implicaties van die tekst richting politiek, overlegorganen, ondersteuningsinstituten, schoolleiders, ouders, enzovoort, maar ook intern: opleidingen, vakcollega’s.

Oorspronkelijk was de bedoeling dat de tweede club al tijdens het werk van de eerste met haar activiteiten zou beginnen. In de praktijk bleek dat minder handig te zijn.De inhoudelijke commissie, in de wandelgangen later aangeduid als didactiek commissie, startte haar werkzaamheden in oktober 2000 en legde op 23 maart 2002 de eerste versie van het document voor aan een groep vakdeskundigen.

Bij de start van de werkzaamheden luidde de opdracht aan de commissie:

“…biedt een visiestuk aan over de vormende waarde van de beeldende vakken. Het stuk geeft zicht op de specifieke eigenheden van het vakgebied in relatie tot het pedagogisch handelen: het benoemen van de kern van de specifieke (beeldende) eigenheden van ons vakgebied. Uitgangspunt dient te zijn de beeldende moederdiscipline (beeldende kunst en vormgeving), echter in het besef dat de eisen die het hedendaagse onderwijs stelt de samenhang tussen disciplines een geïntegreerd onderdeel van elk onderwijskundig handelen uitmaakt…”

…… lees verder 2003 Waarom … daarom

 

Leden van de didactiekcommissie, die in april 2003 het eindproduct aan de NVTO aanbood, waren Gerrit Dinsbach (secretaris), Folkert Haanstra, Diederik Schönau, Annelieke Stimm, Maarten Tamsma (voorzitter) en Frans Jozef Witteveen

 

Tekenen, je kunt er op blijven zitten, je kunt er ook op staan (1979)

artikel over het ‘volwaardig meetellen van tekenen’ in het Maandblad voor beeldende vorming. Destijds een heet hangijzer bij tekenleraren: de problematiek van de status van ‘vakken achter de streep’.

mei 1979

(co-auteur Abel Veen)

download het artikel via: Tekenen… je kunt er op blijven zitten…..je kunt er ook op staan (1979)

cultureel erfgoed (SLO 2008)

Uit het voorwoord van deze SLO-publicatie:

“….De aanleiding

De plaats van Cultureel erfgoed in het curriculum van de beeldende vakken is onduidelijk en als gevolg daarvan in de praktijk onderontwikkeld. Aandacht besteden aan Cultureel erfgoed heeft binnen het onderwijs een weinig substantieel en zeer toevallig karakter. NVTO en VLBV wijten dat voor een deel aan het inhoudelijk complexe karakter van erfgoedprojecten: andere schoolvakken, met name uit het leergebied Mens en Maatschappij zijn er bij betrokken en achtergrondinformatie over de te behandelen onderwerpen heeft vaak een specifiek en specialistisch historisch karakter. Als beeldende vakken in projecten een rol spelen, dan gaat het meestal om een ondersteunende functie.

Daarnaast kan de verwaarloosbare plaats van Cultureel erfgoed te maken hebben met prioriteitsstelling als gevolg van het imago “er zijn belangrijker inhouden in het curriculum van de beeldende vakken”. Dat alles maakt het voor individuele docenten moeilijk en onaantrekkelijk tijd en energie te besteden aan het opzetten, uitvoeren en evalueren van lessen die de betekenis van Cultureel erfgoed voor het beeldend onderwijs tot zijn recht laat komen.

Deze publicatie bevat een omschrijving van die betekenis geïllustreerd met praktijkvoorbeelden, gevolgd door handvatten voor zelf ontwikkelen en uitvoeren van lessen…..”

Bij de aanbieding van de laatste concept-versie van dit document, gemaakt op verzoek van de NVTO en VLBV, werden ernstige twijfels kenbaar gemaakt over de kwaliteit van sommige onderdelen. Ik was een van die critici en werd als gevolg daarvan betrokken bij een herredactieproces. De leiding hiervan lag bij Gerrit Dinsbach.

Cultureel erfgoed (SLO) webversie (2008)